Voorwaarden en beperkingen bij tijdelijke onderbreking en beëindiging verplichte zorg

Voorwaarden en beperkingen bij tijdelijke onderbreking en beëindiging verplichte zorg

KC22-041 25 september 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klager]
Klachtnummer : KC22-041
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 19 september 2022
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 23 september 2022
Datum uitspraak : 26 september 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klager)

[XX] (PVP)

 

[XX] (verweerder)

 

[XX] (voorzitter klachtencommissie)

[XX] (psychiater) 

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

 

Klacht

Klager is het niet eens met zijn gedwongen ontslag uit de kliniek.

 

 

Procesverloop

De commissie heeft op 19 september 2022 een klacht ontvangen inzake beëindiging van de opname als onderdeel van de verplichte zorg.

Op 21 september 2022 zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht. Het verweer is op 22 september 2022 per mail naar betrokkenen gezonden.

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 23 september 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de verkorte uitspraak op 23 september per mail zal worden toegezonden en de volledige uitspraak uiterlijk op 26 september 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht en klaagschrift;

-           Ontslagbrief d.d. 12-9-2022;

-           Verweerschrift;

-           Zorgplan d.d. 14-3-2022;

-           Mededeling voorbereiding zorgmachtiging d.d. 15-3-2022;

-           Medische verklaring d.d. 22-3-2022;

-           Bevindingen GD d.d. 5-4-2022;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 21-4-2022;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 1-7-2022;

-           Evaluatie behandelplan d.d. 18-8-2022;

-           Decursus 1-7-2022 t/m 21-9-2022;

-           Verzoek om uitstel ontslag d.d. 9-9-2022.      

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van de klacht een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 2 oktober 2022.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met autisme en persoonlijkheidsstoornis.

 

Op 21 april 2022 heeft de rechtbank Gelderland een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden.

 

 

Standpunten van partijen

Klager maakt bezwaar tegen het voorgenomen ontslag uit de kliniek op dinsdag 27 september a.s.. Onder verwijzing naar de brief die klager naar de GD heeft gezonden benoemt hij dat zijn huis vervuild is, waaronder zijn bed. Hij zal dan in een stoel moeten slapen. Er is nog geen huishoudelijke hulp en thuiszorg geregeld. Klager ervaart enorme stress als gevolg van het voorgenomen ontslag. Klager geeft ter zitting aan dat hij met verbazing heeft gelezen in het behandelplan dat hij een somatische waanstoornis zou hebben. Hij is het daar niet mee eens en was er ook niet van op de hoogte. Is niet met hem besproken. Ook heeft klager in zijn dossier gelezen dat er allerlei afspraken voor hem gemaakt zijn na ontslag waarvan hij niet op de hoogte is. Zo zou er op de dag van het voorgenomen ontslag een wijkverpleegkundige bij hem langskomen. Ook rond de eerdere ontslagdatum waren er afspraken gepland die niet gecommuniceerd waren met klager. Dit gaat te snel en veroorzaakt grote stress aldus klager.

De PVP vult aan dat de genoemde argumenten in de brief aan de GD nog steeds van kracht zijn.

 

Verweerder vertelt ter zitting dat bij opname is gevraagd om een diagnose te stellen en klager eventueel in te stellen op medicatie. De diagnostiek is afgerond en geconstateerd is dat klager een beperking heeft in het autisme spectrum, erg prikkelgevoelig is en vergaande gedachten heeft over vermoeidheid. Er is geen sprake van een somatische waanstoornis aldus verweerder en dit staat dan onterecht in het dossier. In overleg met klager is gestart met anti psychotica. Er is geen sprake geweest van verplichte medicatie. Verweerder geeft aan dat er verbetering te zien was in het toestandsbeeld van klager maar dat het lastig te duiden is of dit een gevolg is van de medicatie of van de opname. Behandelaren constateren dat het lastig is voor klager om geconfronteerd te worden met nieuwe dingen. Klager denkt dan snel dat hij het niet kan en er te moe voor is. Als hij eenmaal bezig is gaat het echter altijd goed aldus verweerder. Zij vult aan dat klager hard gewerkt heeft tijdens de opname en erg vooruit is gegaan. In samenwerking is gekeken welke zorg er nodig is in de thuissituatie. Ook is met klager besproken of hij orale medicatie onder toezicht wil innemen of een periodieke injectie. Bij een langer werkend depot is er minder frequent thuiszorg nodig. Klager heeft gekozen voor orale medicatie. Verweerder vertelt dat de eerdere ontslagdatum van 8 september is opgeschoven omdat de thuiszorg nog niet geregeld was. Ze merkt dat klager steeds erg op ziet tegen zijn ontslag. In de periode dat klager de brief aan de GD heeft geschreven was er nog geen sprake van gedwongen ontslag aldus verweerder. Zo heeft klager het wel ervaren. Omdat het bezwaar van klager aanhield is dit ontslag wel als een gedwongen procedure ingezet. Verweerder vindt het heel belangrijk dat klager met ontslag gaat ondanks dat hij er erg tegen op ziet.

 

Verweerder vult aan dat het ontslag is aangezegd voor dinsdagochtend 27 september om 10.00. Omdat klager dit te vroeg vindt is in overleg besloten dat klager maandagmiddag met ontslag gaat. Hij wordt dan opgehaald door een medewerker van het RIBW die hem naar huis brengt.  

 

In de tweede ronde uit klager nogmaals zijn zorg over de situatie na ontslag. Behandelaren hebben het steeds over thuiszorg aldus klager maar dat is niet hetzelfde als huishoudelijke hulp. ‘Mijn huis is niet schoon, er liggen overal dode motten’ vertelt klager. Er moet eerst schoongemaakt worden. De eerdere Wmo indicatie is verlopen en een nieuwe nog niet toegekend. Zolang deze indicatie er niet is voelt klager zich niet veilig genoeg in zijn huis. Klager vertelt dat op de BIC allerlei mensen verblijven die wachten op een nieuwe woonplek. Hij vergelijkt zijn eigen situatie daarmee omdat zijn woonsituatie nog niet op orde is en hij dus ook geen passende woonplek heeft. 

Ten aanzien van de vermelde somatische waanstoornis merkt klager op dat hij soms op het toilet zit met verkrampte spieren in zijn zij en rug. Hij gilt dan soms van de pijn en vraagt zich af of hij zijn billen wel zelf kan afvegen. Dit is echt geen waan, aldus klager.

 

Verweerder vult aan dat het Fact team betrokken wordt na ontslag van klager. Klager zal begeleid worden door een voor hem bekende spv-er en psychiater. Er is thuiszorg geregeld voor de medicatie en zelfzorg en huishoudelijke hulp voor schoonmaak en boodschappen in gang gezet. Verweerder onderschrijft dat het huis van klager vies is maar wel prima bewoonbaar. Het heeft vooral te maken met het gevoel en de eigen beleving van klager hierover. 

 

De voorzitter heeft in de stukken ook een klacht gelezen over verplichte medicatie. Nu ter zitting blijkt dat de medicatie in samenwerking tot stand is gekomen zal deze klacht niet door de commissie behandeld worden. 

De voorzitter sluit de hoorzitting onder toezegging dat er dezelfde dag nog een verkort besluit per mail naar partijen wordt gezonden. De gemotiveerde uitspraak volgt uiterlijk maandag 26 september 2022. 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op een beslissing en is gericht tegen de overplaatsing zoals bedoeld in artikel 8:16 Wvggz en is ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:16 Wvggz bepaalt dat de

  • De geneesheer-directeur kan op aanvraag of ambtshalve de verantwoordelijkheid voor het verlenen van zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging aan een andere zorgaanbieder, geneesheer-directeur of zorgverantwoordelijke toewijzen. Betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat of de zorgverantwoordelijke kunnen bij de geneesheer-directeur daartoe een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag indienen.
  • De geneesheer-directeur deelt zijn beslissing op grond van het eerste lid schriftelijk en gemotiveerd aan betrokkene mee en zendt een afschrift van de beslissing aan de vertegenwoordiger, de advocaat en de officier van justitie.
  • De geneesheer-directeur kan geen ambtshalve beslissing of instemmende beslissing nemen op de aanvraag dan nadat de beoogde zorgaanbieder, geneesheer-directeur of zorgverantwoordelijke zich bereid hebben verklaard tot het verlenen van zorg of verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging.

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man bekend met een persoonlijkheidsstoornis, ASS en CVS.

Klager klaagt over zijn ontslag, hij wil niet naar huis toe. Dit omdat er nog geen huishoudelijke hulp is geregeld en ook geen thuiszorg. Klager voelt zich nog onvoldoende hersteld om naar zijn huis te gaan.

 

Verweerder geeft aan dat klager klinisch is opgenomen middels een zorgmachtiging. Het ernstig nadeel is gelegen in maatschappelijke teloorgang en ontoereikende zelfzorg. De opnamedoelen zijn behaald, de diagnostiek is afgerond, medicatie is ingesteld en klinische behandeling is afgerond. Na ontslag zal klager zorg krijgen vanuit het FACT team en thuiszorg. Er is ruim tijd genomen voor de resocialisatie (3 weken) om te oefenen. Doordat de thuiszorg pas een week later kon beginnen is de ontslagdatum met enkele weken vertraagd. Klager heeft ruimschoots kunnen wennen. Langere opname leidt tot hospitalisatie en verergering van het toestandsbeeld.

 

De commissie volgt het beleid van de verweerder. De overdracht vanuit de klinische setting naar huis is voldoende gemotiveerd en voldoet aan de overige eisen zoals gesteld in artikel 8:16 Wvggz. Klager is schriftelijk geïnformeerd op 12 september 2022. De overdracht van de verplichte zorg op grond van de zorgmachtiging naar FACT team is op zorgvuldige wijze besproken met klager. Alle voorbereidingen voor de overdracht zijn genomen zodat klager thuis verder kan. Geconcludeerd kan worden dat verweerder geen verwijt treft. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen het ontslag uit de kliniek ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [plaats], 26 september 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5